Een ritje in de achtbaan

“Ja, ik doe voorzichtig.” “Nee, ik stap niet zomaar in een vreemde auto”. “Jahaa, ik stuur een berichtje als ik aangekomen ben.” Voorzichtig ontworstelde ik mezelf uit mijn moeders’ omhelzing. “Nou, nu echt doei hoor!” Daar ging ik, heit en mem’s lytse famke naar de andere kant van de wereld. Toen ik voor de laatste keer omkeek, zag ik mijn vader verwoed in zijn ogen wrijven; mijn moeder snotterde in haar zakdoek. “‘Als dat maar goed komt’, was het enige dat we konden denken”, vertelden mijn ouders later. “Als ze maar weer thuiskomt.” En dat begreep ik ook. Ik was tenslotte niet gelukkig geweest voordat ik naar Vietnam vertrok. Sterker nog, ik was een grote brok verdriet geweest. Een berg angst. Een hoop radeloosheid. Eén grote chaos.

Maar alles verdween in één klap toen ik in het vliegtuig stapte. Weg waren de twijfels over wie ik was en wat ik moest zijn. Waar ik moest gaan en staan. Waar ik hoorde en of ik goed genoeg was. Het was grappig dat ik juist in die opwinding van mijn reis – ‘waar ga ik straks heen’, ‘wie kom ik tegen’, ‘wat ga ik doen’ – zoveel rust vond. Natuurlijk voelde ik de nervositeit, de ‘waar-ben-ik-aan-begonnen’-paniek en ‘en-nu?’-stress, maar bovenal was het kalmte dat over me heen viel. Zielenrust, laat ik het zo noemen, dat zich meester van me maakte. Een beetje zoals een ritje in de achtbaan: spannend, maar vooral superchill.

Meisje in Sa Pa, Vietnam

Onlangs had ik het er nog over met een vriend van Niels, die een jaar door Australië reisde. “Dat gevoel van alles achterlaten en gáán, oh er is echt niets wat dat kan evenaren”, knikte hij. “Er viel een last van mijn schouders. Alsof ik weer opnieuw mocht beginnen.” Dat is het, weet je. Dat is wat reizen met je doet. Zodra je in dat vliegtuig stapt, laat je alles los. Niets van dat is geweest telt meer. Geen verwachtingen. Geen verantwoordelijkheden. Geen druk. Alles is mogelijk. Alles kan. Zonder dat iets per se moet. Zo voelt ’t vast om herboren te worden. Om opnieuw te beginnen.

Misschien hangt het allemaal wel samen met een soort kinderlijke vrijheid die je ervoor terugkrijgt zodra je in dat vliegtuig stapt. Jij en jij alleen wordt weer middelpunt van je eigen bestaan. Het gaat niet meer om dat wat je presteert, om hoeveel vrienden je hebt, hoe groot je huis is, hoeveel je verdient, hoeveel volgers je op Instagram hebt. Je bent aangewezen op jezelf en in dat wat anderen misschien als eenzaamheid zien, vind je de ruimte die je als kind ooit had. De ruimte om te doen wat jíj wilde, waar jíj van houdt, wat jíj goed vindt. Los van wat de mensen om je heen vinden. Kortom: je levert een stukje zelfbewustzijn in.

Alles kan. Zonder dat iets per se moet. Zo voelt ’t vast om herboren te worden

Goed, ik zal het je proberen uit te leggen. Onlangs zaten Niels en ik op het terras. Zonnetje, biertje, bitterballetje en live-muziek. Vlak voor het podium stond een kereltje van een jaar of drie met blonde krulletjes en mini All-Stars. Laten we ‘m vanaf nu Niels Jr. noemen. De kleine Niels wiegde zijn hoofd op de beat van de drums en toen er een gitaarsolo ingezet werd, greep-ie zijn kans. Ik wilde dat ik kon uitleggen hoe Niels Jr. danste, maar dat is nou juist ’t ding. Dat kan ik niet. Er zat geen choreografie achter. Geen idee. Geen stijl of manier. Hij deed gewoon wat-ie voelde.

In het oude Middle English noemden ze dat ‘Balter’. Dansen zonder schaamte, zonder oefening, zonder vaardigheden of doel, maar gewoon omdat het goed voelt. De Engelse filosoof Alan Watts schreef ooit: “When you see a little child dancing who has not yet learned to dance, you can see the child dancing all by itself and there’s a kind of completeness and genuine integrity to their motion.” Het is gewoon een kwestie van gáán. Zonder enige zorg om de wereld om ons heen. Zonder enige kommer om onszelf. Los van alles en iedereen.

Ultieme vrijheidsgevoel in Ninh Binh, Vietnam

But when the child then sees that parents or teachers are watching and learns that they may prove or disapprove, the child begins to watch itself while dancing. All at once the dancing becomes stiff, and then becomes artful or worse, artificial, and the spirit of te child’s dance is lost.” Na een tijdje zag Niels Jr. ons kijken. Hij probeerde nog enkele moves, maar het lukte niet meer. Hij was het kwijt. De vrijheid was weg. Dat gebeurt ook in het grote mensenleven. Dat zaadje zelfbewustzijn, dat in je werd geplant toen je nog kind was, ontkiemt en na enige tijd denk je naar jezelf te kunnen kijken zoals anderen dat doen. Het vergelijken begint, de verwachtingen, het denken, het malen, de overweldigende verantwoordelijkheid om dit leven zo te leiden zoals zou ‘moeten’.

Totdat je plaatsneemt in het vliegtuig. Dan valt alles plots weg. En heel even ben je weer een kind. Heel even is alles weer eenvoudig en zorgeloos. Over een maand stappen we weer in die achtbaan. En misschien daarna wel weer en weer en weer. Want ‘balter’, het is verslavend. Net zoals dat ritje in de Goliath.

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *