De mysteries van het diepe

Ik vond Niels’ blik. Vanachter zijn duikbril leken zijn ogen nog groter. Even was het alsof-ie zijn hoofd schudde, – van verstomming, van ongeloof, van verwondering – maar  ach, misschien verbeeldde ik het me ook wel. Ik vond zijn hand, greep ‘m vast en voelde een schokje door mijn lijf gaan. Hij voelde het ook, dat weet ik zeker. Man o man, wat was het hier stil. Zo stil was het nog nergens geweest. Een school met duizenden ansjovisjes dreef om ons heen. De zon zette een spotlight op een grot, waar vuurrode, heldergroene en feloranje Dora’s en Nemo’s doorheen schoten. Koraal leek in slowmotion heen-en-weer te dansen, op hetzelfde ritme als Niels’ flippers. Omringd door vijftig tinten blauw zo ver we konden kijken. En daar, knagend aan een zeegrassprietje, zwom-ie: het allermooiste (oké oké, mijn mening is misschien enigszins vertroebeld) dier van de zee. Robuust als een tank, grazend door de golven, met een schild dat leek te bestaan uit aan elkaar genaaide stukjes leer, allen versierd met een eigen, uniek algenpatroon. We zweefden er vlak boven, hand in hand, misschien wel minutenlang en nooit, nee nog nóóit, voelde ik me kleiner dan toen. Zo nietig, zo kwetsbaar, zo onbeduidend boven dit enorme wezen waar we samen met gemak in pasten. Even keek-ie op, heel langzaam om de vreemde vissen boven ‘m te bestuderen. Toen zwom-ie onverstoord verder en verdween in het grote blauwe niets. Een moment van ons. Speciaal en alleen van ons. Onze eerste keer snorkelen, onze eerste reis naar de onderwaterwereld, onze eerste ontmoeting met zeeschildpadden. Onevenaarbaar. 

Meneer krab op de rotsen

Bijkomen na ons eerste snorkelavontuur

Een momentje van ons twee, eh drie

Deze pelikaan dobberde rustig voorbij

“Je kunt het niet uitleggen hè, hoe het voelde”, zei mijn vader later. “Nee, dat kan ik niet.” Tot die eerste keer wist ik bijna niets van het bestaan van het leven daaronder. Ik wist niets van de mysteries van de zee, kende de geheimen van de oceaan nog niet. Voordat ik het water indook, kon ik alleen maar denken aan de kou, aan de blaar onder mijn dikke teen die zou bijten van het zout, aan de ‘horseflies’ waar onze guide ons voor waarschuwde. Maar hup, “net eamelje, skop ûnder de kont, it wetter yn.” Dus spuugde ik, net zoals de rest, een klodder speeksel in de duikbril, trok de rits van mijn wetsuit omhoog en sprong. 

Welkom in het paradijs

Landschildpadden in de moerassige hooglanden van de Galapagos

Het is bizar hoe alles verandert zodra je onder water komt. Eerst de lichte paniek – “Hoe werkt dat, dat ademen door zo’n buisje?” – de koude smak, het donkere water, maar dan… Het wordt zo stil, zo ontzettend stil. Alles lijkt te vertragen, de mensenwereld zo ver weg, de oceaan zo groot. Al mijn gedachten, mijn zorgen, mijn angsten bleven achter op de boot. Hier, onder water, was alleen het hier en nu. We zagen zeepaardjes, onze guide plukte een enorme kreeft van een rots, we zwommen langs zeeslangen, door honderden visjes en doken in een grot vol met haaien. “Ik heb ‘m aangeraakt”, riep Niels trots toen-ie bovenkwam. “Wat hij kan, kan ik ook”, besloot ik. Ik nam een flinke teug lucht en dook op het signaal van de guide naar beneden. Daaronder vond ik het aquarium dat we ooit thuis hadden in het groot, met de zon die als een waaier tussen de gaten viel, waar tientallen haaien een theekransje hielden. Ik strekte mijn armen en aaide met mijn hand over de rug van een kleintje vooraan. Plots werd ik met een ruk naar boven getrokken. Ik maaide om me heen, hapte naar lucht en keek de guide beduusd aan toen ik proestend boven kwam. “What are you doing?!” Ik zag paniek in zijn ogen. Blijkbaar had ik alleen de eerste zin van zijn uitleg gehoord: “the sharks are not dangerous”, en waren mijn gedachten afgedwaald bij het tweede gedeelte: “as long as you don’t touch them.” Ietwat beschaamd dobberde ik achter de rest van de snorkelgroep aan. Maar hé, pretty cool though

Moe van het spelen

Een boobie balancerend op z’n ene blue foot

En weet je wat het mooie is? Dit was alleen nog maar de onderwaterwereld van de Galapagoseilanden. Sterker nog, het was slechts een fractie van al het leven in de Grote Oceaan. Er is zoveel meer. Zoals er ook zoveel meer was aan wal. Felrode krabben die over de rotsen klauterden, hagelwitte stranden met metershoge golven, leguanen die opgingen in het landschap, immense schildpadden die ons fietspad blokkeerden, zeeleeuwen op ieder bankje en strandje, pelikanen die hun g(a)r(n)aan(-n +l)tje meepikten op de visafslag. Man, en dan hebben we het nog niet eens gehad over het eten. Kreeft, inktvis, octopus, zwaardvis en dan die garnalen… “We gaan nooit weer lekkerdere garnalen eten dan hier”, zei Niels, terwijl hij zijn vingers aflikte. Hij zou best eens gelijk kunnen krijgen. De Galapagoseilanden hebben iets magisch. Iets dat je alleen kunt voelen als je er bent. Ik snap ‘m wel hoor, die Darwin. 

De leguanen worden één met de rotsen

In mijn kerstoutfit in de sneeuw

En toch, ondanks al ’t natuurschoon overal om ons heen, miste ik voor de allereerste keer thuis. Misschien niet eens zozeer mijn familie, maar het gevoel van ’thuis’. Vorig jaar versierden Niels en ik voor het eerst samen een piepklein kerstboompje. Op het tafelkleed met sterretjes stonden schalen vol hapjes en op het televisiekastje flikkerden kaarsjes. Sara kreeg extra worteltjes, naast de boeken lagen cadeautjes en aan de wand hing zelfs een slinger met kaartjes. Kerstiger kon niet. 

Welkom in het paradijs

‘Laat me even, ik dommelde net in…’

 

Nu slenterenden we op Eerste Kerstdag langs de oudste señores van het eiland die traag door het moeras kropen en snorkelden we op Tweede Kerstdag met een zeeleeuwmoeder en haar baby. Niets voelde als Kerst, niets leek op Kerst, niets was Kerst. “Héérlijk”, riepen mijn vriendinnen. Misschien is dat ook wel zo. Man o man, wat heb ik altijd een hekel aan alle verplichtingen rondom Kerst. Het geregel, het georganiseer, het uitpluiswerk om alles passend te maken. En toch miste ik thuis. Even maar, toen we samen een kreeft ontleedden. Heel even maar. Toen we met een cornetto door Puerto Ayora slenterden en in de verte de klanken van Whams’ Last Christmas klonken. Heel even maar toen ik met het thuisfront Facetimede en het gourmetstel bijna rook. Heel even maar. Totdat we het water weer indoken en alles om ons heen weer verdween. Eén met de zee, één met de dieren, onderdeel van een planeet die ik nog niet kende. Onder water vond ik Niels. Hij kneep in mijn hand en ik voelde die schok weer.  Meer had ik niet nodig deze Kerst: natuur, de zee, de warme zon en mijn vriend. 

2 Comments De mysteries van het diepe

  1. Wikje de Jong januari 20, 2019 at 5:13 pm

    wat een mooie foto’s. En het bijpassende verslag van jullie bijzondere Kerst op de Galapagoseilanden.

    Reply
  2. Marten Oosterhof januari 21, 2019 at 1:55 pm

    Heerlijk voor jullie die reis en alle mooie verhalen en foto’s. Zou eigenlijk wel eens een stukje mee willen snorkelen en even met die onderzeese ‘Stoffel’ willen knuffelen, maar dat laat ik maar aan jullie over. Door de verhalen nog eens vaker te beleven, beleef ik het eigenlijk ook gewoon met jullie mee. Bedankt.
    LIEFS van Marten O.

    Reply

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *